Dressuur

Deelnemers  rijden één of twee proeven die beoordeeld worden door een jury. Bij een dressuurproef is het de bedoeling  dat de menner laat zien dat zijn paard ontspannen en gewillig doet  wat de menner vraagt. Dit doet hij door voorgeschreven oefeningen uit te  voeren. Deze oefeningen zijn het zo goed en vloeiend mogelijk rijden van  figuren, zoals een wending en een volte, en het maken van vloeiende overgangen  tussen de verschillende gangen.

De proef worden gereden in een rechthoekige  dressuurring van minimaal 30 x 60 meter. Op diverse punten staan letters. De  oefeningen moeten meestal bij een letter worden  gedaan. De proef wordt beoordeeld door één of meerdere jury’s. Deze beoordelen  de oefeningen met cijfers van 1 tot 10. De menner die de meeste punten heeft  gescoord wint de wedstrijd.

Wedstrijden worden verreden in de klassen  B (beginner), L (licht), M (middelzwaar), Z (zwaar) en ZZ (dubbel zwaar).  Afhankelijk van de beoordeling van de proef kan een menner tot 3 winst- of  verliespunten krijgen. Met voldoende winstpunten kan de menner promoveren naar  de volgende klasse, met te veel verliespunten degradeert hij (Bron:  Wikipedia).